Door een sinustrombose ben ik bijna blind
2 minuten leestijd
Posted on November 15, 2018
De pijn in mijn hoofd, nek en schouders was er constant en beheerste mijn dag. Waar mijn klachten vandaan kwamen, bleef een raadsel. Ik slikte al een tijdje zwaardere pijnstillers. Ik woog toen nog maar vijfenveertig kilo, voelde me hondsberoerd, had het gevoel dat mijn hoofd uit elkaar zou knallen en zag zwarte vlekken voor mijn ogen. Op de scan in het ziekenhuis was niets te zien. Ik werd nergens serieus genomen. Toen ik na twee dagen aangaf dat mijn zicht duidelijk minder werd, mocht ik een dag later al naar de oogarts. Die schrok zich kapot. Hij zag in mijn linkeroog een oogzenuw die zo goed als afgestorven was. In mijn rechteroog was dit proces ook aan de gang. Verder onderzoek wees uit dat ik een sinustrombose (een bloedprop in de afvoerende vaten van het hoofd, red.) in mijn hersenen had. De druk op mijn hersenen was veel te hoog en door het vocht werden mijn oogzenuwen afgekneld. Ik moest acuut worden opgenomen.
Een arts legde uit dat een afgestorven oogzenuw niet meer hersteld kan worden. Links was ik het zicht inmiddels volledig kwijt. Rechts zag ik nog drie procent. Ik was heel boos. Als de medische wereld in een veel eerder stadium naar me geluisterd had, had het niet zover hoeven komen. Ik raakte uitgeput en had nog steeds hoofdpijn. Als ik ’s nachts ging slapen, liet mijn moeder de lamp op de overloop aan, zodat ik onder de deur een streep licht zag. Mijn grootste angst was dat ik op een ochtend die streep licht niet meer zou zien, want dat zou betekenen dat ik volledig blind was geworden. Ik zag het verschil tussen een zonnige of regenachtige dag niet meer en dat deed wat met mijn gemoedstoestand. Waar ik ook erg aan moest wennen, was het feit dat ik een groot deel van mijn privacy was kwijtgeraakt. Nu moest ik ineens alles aan een ander overlaten.
Na een aantal maanden was ik voldoende aangesterkt om met de revalidatie te mogen starten. Ik had veel steun aan anderen die in hetzelfde traject zaten en er ontstond zoetjesaan weer hoop op een fatsoenlijke toekomst. Na twee jaar bij mijn ouders te hebben gewoond, woon ik nu weer in mijn eigen huis. Het mag misschien gek klinken, maar ik ben er niet meer elke dag mee bezig. Mijn familie, mijn vrienden en op de eerste plaats mijn zoontje - zij maken mijn leven waardevol.